Sinds het begin van 2019 denken enkele melkveehouders uit de regio Le Boulonnais na over gegroepeerd voorjaarskalven, om niet alleen het gras in de weiden optimaal te valoriseren, maar ook om de onvermijdelijke werklast te verminderen (in de winter de melkstal sluiten, eenmaal dagelijkse melkbeurt gedurende een deel van het jaar) en om de operationele kosten in het bedrijf beperkt te houden. Als in januari 2020 in het kader van het Europese project Transaé (overgang naar biolandbouw) bezoeken worden georganiseerd aan Bretoense en Normandische bedrijven die op dit vlak pionierswerk verrichten, krijgen tien veehouders concrete feedback over die eerste ervaringen en stellen ze een groep samen die zich over het thema zal buigen.
In januari 2020 nemen tien veehouders deel aan een studiereis die door Le Parc naturel régional des Caps et Marais d’Opale en door Initiatives paysannes wordt georganiseerd, samen met vier veehouders van de Transaé-group uit Le Boulonnais. In Bretagne en Normandië bezoeken ze vijf bedrijven die allemaal – en sommige zelfs al meer dan vijftien jaar – aan voorjaarskalven doen. Drie van deze bedrijven maken deel uit van een groep die in verband met dit thema door CEDAPA (Association d’agriculteurs des Côtes d’Armor) wordt begeleid. De deelnemende veehouders willen vooral de lasten drukken, de melkstal in de winter ongeveer twee maanden sluiten en een slagvast en rendabel systeem creëren. Wat zijn de basiswaarden van het in de bezochte bedrijven gehanteerde systeem?
De bezochte bedrijven zijn stuk voor stuk weideboerderijen, met meer dan 90% van het landbouwareaal aan gras en een aanpak om begrazing te optimaliseren. De bedoeling is dat de dieren langer buiten kunnen blijven, met 100% van hun rantsoen aan vers gras tijdens het grootste deel van de beweidingsperiode. Geen enkele van deze bedrijven koopt concentraten aan. Door het feit dat begrazing een zo groot mogelijk aandeel uitmaakt van het rantsoen van de melkkoeien, worden ook de operationele kosten gedrukt: de dieren zorgen zelf voor hun voeder, waardoor de veehouder minder gereedschap en gebouwen nodig heeft en ook minder tijd moet besteden aan de oogst. De productieniveaus variëren, naargelang van de boerderij, tussen 3000 en 5000 liter melk per koe.
Behalve voor voederautonomie kozen alle bedrijven er ook voor om hun productiemiddelen te beperken, uit respect voor het milieu (meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen). De veehouders zijn gedreven om de biodiversiteit te valoriseren en te behouden en om hun koolstofimpact te beperken, onder andere dankzij natuurlijke weiden. Door middel van labeltoekenning in de biologische landbouw kunnen ze hun praktijken beter valoriseren door een betere vergoeding voor de geproduceerde melk.
De aanzet om naar gegroepeerd voorjaarskalven over te stappen, was o.a. het volgende: zwaar onvermijdelijk werk in combinatie met het melken van de koeien, de melkcrisis van 2009, bezoeken aan veehouders zoals Yean-Yves Penn, die dit systeem al had ingevoerd, oprichting van werkgroepen rond het thema bij CEDAPA. Verder wijzen we erop dat tijdens deze bezoeken ook andere, verwante praktijken (waarover hier niet verder wordt uitgeweid) onder de aandacht werden gebracht: kalven buiten, vervaardiging van yoghurtmelk en zoogkoeien die de stier- en koekalveren voederen, begrazing in de winter.
De doelstellingen van de bezochte veehouders zijn als volgt: 70% van het kalven in 3 weken tijd en 90% in 6 weken tijd. Dankzij dit strikte criterium kan de melkstal in de winter twee maanden gesloten worden (ongeveer van midden december tot midden februari). Om die doelstellingen te halen moet het beheer van de voortplanting en vruchtbaarheid van de dieren zeer nauwgezet opgevolgd worden.
In de meeste gevallen wordt op een deel van de koeien kunstmatige inseminatie (KI) toegepast. De vaarzen die van die bevruchting afkomstig zijn, dienen om de veestapel te vernieuwen. De rest van de koeien wordt door natuurlijke dekking bevrucht. De stieren worden in het bedrijf gefokt, sommige in de veestapel, om het gevaar voor agressief gedrag te beperken. Sommige bedrijven kozen voor een melkstier (Angus, Herreford, Limousin) om de mannelijke kalveren beter te valoriseren. BW: bruto winstmarge; BEO: bruto exploitatieoverschot; CI: courant inkomen; VAKg: volwaardige arbeidskracht gezin BI: beschikbaar inkomen.
Een van de bezochte bedrijven kon per maand een inkomen van 5000 euro realiseren voor twee VAKg, met 35 koeien op 35 hectare, met voor elk van de vennoten 15,5 uur per week op jaarbasis.
De deelnemers van de studiereis beslisten om een werkgroep samen te stellen rond het thema “gegroepeerd kalven op het einde van de winter/in het begin van de lente”. De tien deelnemers zijn in hoofdzaak verspreid over het grondgebied van het Parc naturel régional des Caps et Marais d’Opale, maar zes van hen situeren zich tevens in de regio’s Avesnois, Ternois, Frans-Vlaanderen en Somme.
In februari vergaderde de groep bij Patricia Rifflart in Holque (Pas-de-Calais) om de werking te bespreken en te bepalen hoe vaak ze zouden vergaderen en welke indicatoren in elk bedrijf opgevolgd moeten worden, bijvoorbeeld uitgaande van de groepen van CEDAPA. Met deze praktijk wil de groep de volgende doelstellingen halen: maximale valorisatie van het gras voor begrazing, minimum aan operationele kosten en beter arbeidstijdbeheer (piek van het kalven in het voorjaar, eenmaal daagse melkbeurt en zelfs sluiting van de melkstal in de winter).
Indien u meer informatie wenst over dit thema of over de werking van de groep van veehouders van Hauts-de-France, kunt u contact opnemen met Marc Bissey of Emilie Lacour, van het Parc naturel régional des Caps et Marais d’Opale, op het nummer +33/(0)3 21 87 90 90, of Marion Thériez van Initiatives Paysannes, op het nummer +33/(0)3 21 24 31 54.
Feedback van veehouders na de reis:
“Deze reis was voor mij een openbaring” Guillaume
“Door het feit dat ze in groep werken, vorderen ze blijkbaar goed en winnen ze tijd; dat geeft echt zin om ook deel uit te maken van het collectief.” Pauline
“Deze studiereis is een van de nuttigste dingen bij de start van mijn nieuwe bedrijf. Het was voor mij een geruststelling en deed me van perceptie veranderen, meer bepaald over de minimumoppervlakte die ik nodig heb om me te vestigen.” Boris
“Het bedrijf van Pierre-Yves is verbluffend, als je de omvang ziet, en het inkomen dat twee vennoten eruit halen ... Het zet enkele van mijn beslissingen op de helling.” François